Dit jaar schieten de energieprijzen omhoog. Enorme stijgingen zijn te zien in de kale gasprijs, veroorzaakt door tekorten en onzekere leveringsomstandigheden. Toch is het niet helemaal duidelijk of de hoge gasprijs echt de reden is voor de stijging van de leveringsprijs die door consumenten wordt betaald. In deze bijdrage wil ik in een kort onderzoek tonen naar de energieprijzen voor aardgas in Nederland gedurende de afgelopen tien jaren, en kijken naar de redenen voor de gestegen leveringsprijzen.
Als eerste is een (verre) terugblik noodzakelijk om een historische basis te krijgen voor het onderzoek. Onderstaande afbeelding komt uit een pdf die ik heb uit 2007:
Opvallend is dat in de jaren 1990-2006 de gasprijzen in Nederland, gezegend met de allergrootste gasvoorraad van West-Europa, fundamenteel harder stijgen dan in de rest van de EU. Het omslagpunt ligt in 2001, dus het jaar dat Nederland een periode van grote economische groei had genoten. De oorzaak kan worden gevonden in de (onlogische maar voor de staat lucratieve) koppeling van aardgas aan de olieprijs, een mechanisme dat nergens anders wordt gebruikt, alsmede de onwil van de staat om van stijgende belastinginkomsten af te zien, ook als het goed gaat met de overheidsfinanciën door de burgers onafgebroken steeds meer belasting af te troggelen voor aardgas.
Om de afgelopen tien jaren te onderzoeken gebruik ik een andere bron. Ik heb de gegevens van mijn energieleverancier (Greenchoice) samengevat in een tabel, om een beeld te krijgen van de opbouw van de energiekosten sinds 2013.
Dit is de tabel:
Jaar | Gasprijs per m^3 | Gasprijs als % van het geheel | Belasting per m^3 | Belasting verschil met vorig jaar | Belasting Cumulatief | Belasting als % van het geheel | Levering+Netbeheer per dag | Levering+Netbeheer als % van het geheel |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 0,35 | 44,88% | 0,30143 | 0 | 100% | 38,65% | 0,54956 | 16,46% |
2014 | 0,35 | 43,16% | 0,30846 | 2% | 102% | 38,03% | 0,53296 | 18,81% |
2015 | 0,35 | 42,57% | 0,312 | 1% | 103% | 37,95% | 0,6144501 | 19,48% |
2016 | 0,35 | 41,95% | 0,3182 | 2% | 105% | 38,14% | 0,6144501 | 19,91% |
2017 | 0,24187 | 31,82% | 0,3759802 | 15% | 122% | 49,47% | 0,6144501 | 18,71% |
2018 | 0,26143 | 30,94% | 0,405038 | 7% | 130% | 47,94% | 0,6650281 | 21,12% |
2019 | 0,30834 | 32,05% | 0,4837865 | 16% | 152% | 50,28% | 0,6720824 | 17,67% |
2020 | 0,26299 | 25,70% | 0,5523927 | 12% | 170% | 53,98% | 0,736527 | 20,32% |
2021 | 0,27554 | 26,27% | 0,5833543 | 5% | 179% | 55,62% | 0,7595533 | 18,12% |
2022 | 0,8694 | 47,56% | 0,7267352 | 20% | 215% | 39,75% | 0,7567098 | 12,69% |
Alhoewel de getallen over 2022 nog gedeeltelijk zijn, is duidelijk dat dit jaar echt anders wordt dan voorgaande jaren. Echter, kijkende naar de jaren 2013-2021 welke als normale jaren kunnen worden omschreven, valt het volgende te zien:
- De kostprijs van aardgas zelf (de “kale” gasprijs) is al jaren stabiel. Dit hangt ook van het leveringscontract af, maar grote veranderingen zijn in mijn geval niet te zien.
- De belasting op aardgas stijgt elk jaar (net als in de jaren 2000-2006). De stijging is veel groter dan de inflatie en daarmee belast de overheid de afnemers steeds meer. Cumulatief is in de jaren 2013-2021 (met nauwelijks inflatie) een stijging te noteren van 79% in de energiebelasting. Sinds het het aantreden van Rutte III (het vorige rampkabinet) stijgt de energiebelasting echt hard. Rutte IV (huidig en nog slechter rampkabinet) zet dit onverdroten door.
- De beheerskosten zijn hoog en stijgen al jaren, van €0,54 per dag in 2013 naar €0,76 per dag in 2021.
- De bijdrage van de kale gasprijs aan de totale kosten daalt al jaren. Van een aandeel van 44% in 2013 zakte de bijdrage van de kale gasprijs naar 26% in 2021. Omgekeerd kan gezegd worden dat belasting en beheerskosten stegen van 56% naar 74% in deze periode.
Over 2022 valt het volgende nog toe te voegen:
- De schandalige belasting over belasting (BTW over energiebelasting) methode zorgt ook in 2022 voor een toename van de absolute belastingheffing. Bij een kale gasprijs van €0,87 per m3 wordt dit jaar €0,73 belasting geheven – een belastingquotum van 47%.
- Het valt op dat de prijsschok van de kale gasprijs in 2022 (3x zo hoog geworden in vergelijking met 2021) er slechts toe geleid heeft dat de bijdrage van de kale gasprijs in de totale kosten gestegen is naar 47,6%. Dit is geen uitzonderlijke verhouding en vergelijkbaar met de 44% van 2013. De enorme belastingtoename in de gekozen periode dempt namelijk de toename van de kale gasprijs in het totaal aanzienlijk.
Geconcludeerd mag dan ook worden dat niet alleen de gasprijs de boosdoener is in de huidige kostenexplosie, maar vooral de enorm toegenomen belastingen en beheerskosten. Met andere woorden, vooral de staat is de grote boosdoener die grote groepen Nederlanders in financiële problemen brengt door onverkort door te gaan met een steeds grotere belasting op aardgas. Ook de netbeheerder gaat niet vrijuit, want ook deze heeft de afgelopen jaren de kosten behoorlijk opgejaagd. Wat de netbeheerder vrij pleit is de druk die vanuit de staat wordt opgelegd om versneld veel kosten te maken om het elektriciteitsnet uit te breiden.
Het is tijd om naar een realistischer aardgasprijs terug te gaan:
- Hef de koppeling tussen aardgasprijs en olieprijs op. Er is geen enkel causaal verband tussen deze twee energiedragers in Nederland. Bepaal de gasprijs uitsluitend op basis van de kosten die gemaakt worden bij het winnen en het importeren van aardgas. Calculeer in deze prijs ook alle kosten, hoe royaal ook, om de inwoners van Groningen die schade ondervinden van de gaswinning, onmiddellijk en onverwijld te compenseren.
- Breng de belastingheffingen terug naar een aanvaardbaar nivo zodat de kale gasprijs meer dan 70% van de totale energieprijs gaat uitmaken. Stop met het financieren van een verzorgingsstaat door de burgers van die staat steeds zwaarder te belasten. Als de belastingheffingen niet toereikend zijn voor de uitgaven, breng dan de uitgaven omlaag.
- Belast de netbeheerder niet met doldwaze transitieplannen zodat deze de doorberekende kosten niet onnodig hoeven te verhogen.